Bij de start had ik, Marcia, een redelijk helder beeld van waar het om moest draaien bij de Herstelacademie. Het is een leer- en ontwikkelomgeving. Gebaseerd op de gedachte dat mensen met heftige psychiatrische en/of verslavingsproblematiek ook onderdeel van de samenleving zijn. Dat gevoel hebben mensen niet.
Over waarnemen…
Waar anderen ‘snijders’ zien, manipulerende, shoppende cliënten, zie ik wanhopige mensen die hulp zoeken en pijn hebben. Waar anderen aandachttrekkende, tijdrovende cliënten zien, zie ik mensen met een hoge lijdensdruk voor wie het leven zwaar is en de aandacht dringend nodig hebben. Waar anderen een verslaafde zien die voor de zoveelste keer terugvalt en kennelijk niet wil herstellen, zie ik iemand die zijn uiterste best doet maar het lukt helaas niet.
Everdien
Everdien is doorgestuurd door de klantmanager van Werk en Inkomen van de gemeente. Zij moet iets gaan doen, in de termen van de klantmanager: ‘ze moet geactiveerd worden’, en het liefst ook reïntegreren. Dit is een moeilijke opdracht voor Everdien.
Everdien weet eigenlijk niet wat ze wil en kan. Ik nodig haar uit voor een kennismakingsgesprek. En dat valt nog niet mee. Ze kan vaak niet op de dagen die beschikbaar zijn.
Een afspraak wordt gepland op een tijdstip dat het Everdien uitkomt Ze begint met me te vertellen dat ze echt heel boos is over hoe ze is behandeld. En dat ze eigenlijk niet meer mee wil doen aan een activiteit, maar ze moet wel, anders krijgt ze problemen met de klantmanager. We hebben een lang gesprek waarin we bespreken hoe moeilijk dit voor haar is en hoe ik haar hierin kan ondersteunen. Er vloeien veel tranen. Ze vertelt dat het allemaal al heel moeilijk voor haar is en dan wordt het haar ook nog eens moeilijker gemaakt door allerlei eisen waar ze niet aan kan voldoen! We hebben een goed gesprek en ze vertelt me dat het nu weer goed is. Dat ze het fijn vindt dat ik zoveel tijd voor haar heb genomen en dat ze zich gehoord voelt. Ze gaat zeker meedoen aan de activiteit.
Elke bijeenkomst is Everdien te laat. Soms 10 minuten, soms een half uur. Ze zit mopperend in de groep en wil niks zeggen. Ook heeft ze veel commentaar op de oefeningen. Maar in de vierde bijeenkomst gebeurt er iets dat de dingen verandert.
Everdien wil haar presentatie eerst niet geven. Op bozige toon legt ze uit dat er nog nooit iemand naar verhaal heeft geluisterd en bovendien zal niemand haar begrijpen. Ik wil zeker wel naar haar luisteren, vertel ik haar. En ik denk de anderen ook. Dat is ook mijn ervaring met deze groepen. Everdien komt naar me toe in de pauze en ze lijkt heel erg overstuur. Snikkend zegt ze dat ze het wel wil proberen, om iets aan de groep te vertellen. Ze vond het ook erg fijn om de verhalen van de anderen te horen. Ik vind het moeilijk en zoek naar de juiste toon, die ik al best vaak niet heb gevonden bij Everdien. Ik zie hoe zwaar ze het heeft en hoe belangrijk dit ook voor haar is. Ik vertel haar dat ik het fijn zou vinden als ze iets wil vertellen, het hoeft zeker geen gelikte presentatie te zijn, dat hebben de anderen ook niet gedaan.
En ze doet het. Huilend vertelt ze bijna onverstaanbaar over haar ervaringen. De groep is muisstil en er vloeien heel wat tranen. Ook bij mij.
Later die dag krijg ik een lange email van Everdien. Ze vertelt hoe ze nu worstelt met wat er gebeurd is. Dat ze ervan baalt dat sommige anderen haar verhaal veel te heftig vonden. Waarom mag zij haar verhaal niet vertellen? Waarom mag zij er weer niet zijn? Het is belangrijk dat mensen weten dat dit soort dingen die haar overkomen zijn, gebeuren. En ze wil het vertellen.
Tevoorschijn komen
Ik schrijf haar een lang antwoord terug. Dat ik ook een heel heftige geschiedenis heb. Dat veel mensen het liever niet horen. En dat ik mijn verhaal wilde vertellen om inderdaad duidelijk te maken dat deze dingen gebeuren. Ik wilde dat mensen, hulpverleners vooral, ervan zouden leren. Dat ze meer alert zullen zijn op signalen van kinderen en jongeren, om ze eerder uit hele nare, onveilige situaties te halen. Maar dat mensen heel vaak niet naar me luisterden, omdat ze het veel te heftig en moeilijk vonden. Als ik klaar was met mijn verhaal, zeiden ze vaak: ‘Nou, je doet het nu toch maar mooi goed! Zie je wel, je bent heel erg sterk!’ Of dapper, of moedig. Ik vond die reacties kwetsend.
Het was duidelijk dat men afstand van me nam en ik wilde niet sterk, dapper of moedig zijn. Ik wilde gehoord worden. En dat ik dus mijn verhaal heel gedoseerd vertel. Omdat anderen het niet kunnen verdragen. Maar ik heb het nodig dat de ander luistert. Anders wordt er niet geleerd. Dus pas ik aan aan wat de ander kan verdragen.
Er ontstaat een intensieve mailwisseling tussen ons beiden. Regelmatig zegt Everdien dat ze zich echt begrepen en gezien voelt door mij. Haar aanwezigheid tijdens de activiteit verandert. Ze komt niet meer te laat en vertelt stukjes van haar ervaringen aan de groep. En wat er in haar omgaat, waar ze mee worstelt. Haar blik is anders, haar houding ook. Na het afronden van de activiteit krijg ik een lange, handgeschreven brief van haar. Hoe fijn ze de groep heeft gevonden en hoe blij ze is met mijn aandacht, mijn begrip en luisterend oor. Het doet mij heel erg veel goed dat ze dit aan me schrijft. Ik ben ook opgelucht, dat het voor haar toch een goede ervaring is geworden. Na de afronding mailen we nog steeds met elkaar.
Wederzijdsheid
Wanneer ik haar vertel dat ik ontzettend veel van haar geleerd heb, gaat ze stralen.
Ik leg uit dat het voor mij nu iets beter voor te stellen is, hoe de ervaring voor haar geweest moet zijn. Ik ken meerdere jongeren die ongeveer hetzelfde hebben meegemaakt. Ook zij hebben geen goede verhalen over hoe het met hen gegaan is. Het verhaal van Everdien maakte het veel inzichtelijker en ik zeg dat ik het gevoel heb dat ik de andere jongeren nu ook iets meer begrijp. Hier is ze duidelijk heel erg blij mee. Ze wil me graag helpen om deze jongeren te ondersteunen. Dat spreken we af.
Twee dagen later ontving ik bericht:
(…) ‘Hoe bijzonder is het dat ik jou ontmoet heb! Iemand die naar me luistert en me het gevoel geeft dat ik gehoord en gezien wordt. Ik voel me begrepen. En dat jij nog meer mensen zoals ik kent! Nu krijgen mijn ellendige ervaringen eindelijk nut. Anderen kunnen ervan leren en dan kunnen ze mijn lotgenoten veel beter helpen. Wat bijzonder dat ik dit nu kan betekenen. Wie had gedacht dat er nog iets goeds van zou komen?
Eindelijk wordt er naar me geluisterd en krijgen mijn ervaringen een positieve betekenis. Jullie betekenen heel veel voor me!’ (…)
Reflectie
Het verhaal over mijn ontmoeting met Everdien is lang geworden. Terwijl ik het type, rollen de tranen weer over mijn wangen. Omdat het voor mij heel confronterend was. Ik herkende veel van mezelf in haar. Wij hebben verschillende achtergronden maar ook veel vergelijkbare ervaringen. Wat ik vooral confronterend vond, is hoe ik haar houding herken. Bozig en wantrouwend. Wat we vooral gemeen hebben is de worsteling met de afhankelijkheid van anderen. Je kunt niet tegen de klantmanager zeggen: ‘Stik er maar in!’ omdat je van haar afhankelijk bent voor je inkomen. Je moet aan haar voorwaarden voldoen, anders kun je de huur niet meer betalen en heb je geen eten.
Als je dan je verhaal vertelt…
En wat nog veel zwaarder is: hoe je eigen verhaal een uitweg zoekt. Na jaren van zwijgen en verbeten doorworstelen, ben je er eindelijk aan toe om iets over je ervaringen te vertellen. Omdat het eruit moet, omdat zwijgen niet meer te verdragen is. De reacties van anderen luisteren dan heel nauw. Everdien heeft heel snel het gevoel dat er niet naar haar geluisterd wordt. En vaak gebeurt dat ook niet. Ik weet hoe pijnlijk het is, als mensen afstand van je nemen, bagatelliseren en zich van je afkeren.
Voor mij was het vanaf het begin van onze kennismaking heel erg belangrijk om ‘het goed te doen’ bij Everdien. Haar aanwezigheid drukte zwaar op me. Juist voor deze vrouw wilde ik er zijn. En toen dat niet lukte, voelde ik me slecht. Ik twijfelde aan mezelf. Ik wilde dat ze zich begrepen en gehoord voelde. Dat was mijn behoefte. Toen dat lukte was ik blij. En toen het daarna weer mis ging, deed het me pijn. Ik wilde per se niets toevoegen aan het vele leed dat zij al kent. JuÃst ik zou beter moeten weten. JuÃst ik moest de juiste woorden kennen. Ik was teleurgesteld in mezelf toen ik het in haar ogen helemaal fout deed. Het deed pijn.
Grotendeels kan ik me inleven in haar leefwereld. Haar worsteling met de instanties, de klantmanager die niets van haar begrijpt, in die positie ben ik vaak en lang geweest. Haar behoefte om gehoord te worden, dat haar verhaal er mag zijn, ook die worsteling heb ik doorgemaakt en ik ken het nog steeds, zij het nu in minder heftige mate. Everdien heeft gevraagd of ik de volgende keer mee ga naar de klantmanager en dat ga ik doen. Om weer te voelen hoe het ook alweer is. Om ook te ervaren hoe anders het voor haar is. Want zij is een andere persoon en vindt andere dingen lastig dan ik.
Beetje bij beetje kom ik meer te weten over haar leven. Ik ga regelmatig op bezoek bij cursisten thuis. Om te voelen hoe ze leven, hoe hun sfeer thuis is. Wat ik ervan begrijp is dat haar leven haar veel energie kost en dat maakt dat ze geen ruimte meer heeft om veel van anderen te verdragen.
Haar redelijkheid was voor mij redelijk duidelijk vanaf het begin. Haar behoefte om zich uit te spreken en gehoord te worden was heel duidelijk merkbaar. Voor haar staat veel op het spel wanneer zij vertelt over haar ervaringen. De reacties van anderen kunnen het nog erger voor haar maken. Everdien wil geen oplossingen en ook geen hulp. Ze heeft er geen behoefte aan dat je haar situatie probeert beter te maken. Ze wil dat je luistert. En als ze het gevoel heeft dat je dat niet doet, wordt ze boos en laat ze met haar gedrag merken dat ze dat is. Dan komt ze te laat, wil ze niet met je praten en doet ze niet mee. Haar gedrag was volkomen begrijpelijk, zeker toen ik haar beter leerde kennen. Ze heeft geen ruimte en energie om anderen de hele tijd uit te leggen hoe het voor haar werkt. Ze laat het op haar eigen manier weten.
Tijdens de gesprekken met haar leerden we allebei veel. Ik had het gevoel dat ze een appèl op me deed door heel direct haar felheid naar mij te richten. Ze maakte vaak duidelijk dat ze veel van mij verwachtte. In haar ogen moest ik degene zijn met altijd de juiste reactie. Ik voelde haar appèl maar kon er soms niet aan voldoen omdat ik het soms ook niet weet.
Waarom is juist Everdien zo belangrijk voor me?
Omdat ik haar worsteling om te moeten blijven zag. Zelf zit ik als ‘directeur/manager’ (wij worstelen met deze titel omdat we het eigenlijk niet willen bij de Herstelacademie) regelmatig bij bijeenkomsten met andere directeuren/managers. Aanbestedingen, overlegtafels, netwerkprojecten, e.d. Daar vind ik het ontzettend moeilijk om te blijven zitten en te moeten horen hoe men over ‘ons, cliënten’ praat. Ik hoor daar dat ‘je snijders echt niet binnen wilt hebben’. Dat ‘mensen zelf wel moeten willen’. Dat ‘cliënten nu eenmaal manipuleren en daar moet je niet aan toegeven’. Enzovoort en zo verder. Regelmatig ga ik huilend naar huis. Overstuur en verdrietig.
Tijdens deze bijeenkomst voel ik dat ik word weggezet als ‘andere soort’. Ik voel dat ik niet serieus genomen word. Niet gehoord en niet gezien.. zo ontzettend pijnlijk voor het mishandelde, misbruikte, verwaarloosde, dakloze kind dat ik vroeger was. Het is heel erg belangrijk voor me dat mensen die naar de Herstelacademie komen, het anders ervaren. Ik wil dat ze zich welkom voelen, dat we er allemaal bij horen, dat iedereen er toe doet. Ieders verhaal en mening is belangrijk.
Bij veel bezoekers lukt dit. Bij Everdien was het moeilijk. En dat vond Ãk moeilijk.. Inmiddels ken ik ook het gevoel wél gehoord en gezien te worden. Bij de Herstelacademie ervaar ik dat. En wat gun ik het anderen om het ook zo te ervaren! Maar iedereen is anders en heeft wat anders nodig. En het blijft ook voor mij ingewikkeld om bij de ander aan te sluiten en af te stemmen waar zij behoefte aan heeft.
De herstelacademie
Wat ik heel erg herken uit mijn eigen verleden is dat mensen vaak zeggen dat ze in de marge van de samenleving leven. Ze voelen zich buitengesloten, ze bestaan maar mogen niet meedoen. Eén van de doelen van de Herstelacademie is samen leren wat je nodig hebt om wat meer deel uit te maken van de samenleving. Dit gaat bijna altijd over het (weer) opbouwen van zelfvertrouwen, chocolade maken van wat je is overkomen en proberen uit te zoeken wat jouw plek zou kunnen zijn. Al gauw gaat men dan denken in termen van ‘reïntegratie’ maar dat is niet ons doel. Een plek in de samenleving gaat heel vaak niet over werken, maar een plek vinden waar je het gevoel hebt dat je er bij hoort, dat je zinvol bijdraagt door er te zijn. Voor sommige mensen is dat deelnemen aan de doorlopende herstelgroep, voor een kleinere groep is dat (vrijwilligers)werk.
De sfeer van de Herstelacademie spreekt hen aan, ze vinden iets wat ze interessant vinden of krijgen ondersteuning van één van de medewerkers. Vaak in de vorm van een luisterend oor, meedenken en meevoelen. Regelmatig helpen we bij problemen met het UWV of andere instanties. Want praktische problemen die veel stress veroorzaken, kunnen vaak wel opgelost worden. Of in ieder geval uitgezocht.
Marcia Kroes
Oprichter van de Herstelacademie