Debat over het vaststellen van de kwaliteit van ‘zachte zorg’, met prof. dr. Andries Baart (Bijzonder hoogleraar Presentie en Zorg), prof. dr. Giel Hutschemaekers (Hoogleraar Geestelijke Gezondheidszorg; Klinische psychologie Radboud Universiteit; hoofd onderzoek Pro Persona), prof. dr Diana Delnoij (Hoofd Kwaliteitsinstituut) en drs. Gerdienke Ubels (ActiZ). Gespreksleiding: Felix Rottenberg
Kwaliteit van zorg wordt in ons huidige systeem gemeten en gewogen volgens doorgaans ‘harde’ criteria. We meten het aantal zorgminuten, rekenen af op secuur vastgestelde zorgindicaties en spreken over zorg als producten. Precies dit gegeven is een van de mechanismen die maken dat patiënten en cliënten geregeld in een zorgval terecht komen. Op papier hebben ze goede en voldoende zorg ontvangen, in hun beleving ging het amper over werkelijke zorg. Daarmee verschijnt een paradox: in de dagelijkse opvatting zijn de meeste mensen het erover eens dat zorg uiteindelijk – naast de technische en vakmatige kunde en vaardigheid – alles te maken heeft met de relatie tussen zorggever en -ontvanger, met aandacht en betrokkenheid. Toch zijn juist deze menselijke, ‘zachte’ aspecten van zorg niet of nauwelijks zichtbaar in de manier waarop de kwaliteit van zorg wordt vastgesteld. Compassie en goed kunnen luisteren zijn tegelijk van cruciaal belang voor goede zorg maar niet of nauwelijks terug te vinden in de beoordelingen en maten van onze kwaliteitssystemen.
Toch zijn bij uitstek die systemen bepalend voor de financieringsstroom, de verdeling van middelen, en de (h)erkenning van wat goede of slechte zorg is. Als we dus vinden dat de zorg wel wat menselijker mag, dan moeten we ook en juist nadenken over wat dat betekent voor onze kwaliteitssystemen. Intussen wordt op verschillende plekken in Nederland geëxperimenteerd met nieuwe vormen van verantwoorde zorg, waarin deze aspecten wel een plek krijgen. In dit debat verkennen we de belangen en risico’s van het vaststellen van kwaliteit van ‘zachte zorg’.