We hebben inmiddels allemaal ervaren hoe ‘het nieuwe werken’ dan toch ons leven is binnengedrongen. Nood breekt wet, we werken vanuit huis en dus vergaderen we, overleggen we, geven we therapie en scholen we via Skype, Zoom, Hangout, Teams en Facetime. Allemaal prachtige programma’s die in meerdere of mindere mate de mogelijkheid hebben die je, zoals in mijn geval, ook in een echt klaslokaal hebt. Presentaties delen, een whiteboard vol kalken, oefenen in groepjes, het is er allemaal. En het werkt. Maar toch…. Ik werk me rot achter die pc van mij. Ik moet de techniek regelen (‘waarom staat jouw camera niet aan?’, ‘kun je je geluid uitzetten?’, ‘waar kan ik dat bewaarde whiteboard nou vinden?’). Ik moet een boodschap over brengen, gestructureerd, stap-voor-stap (waar is mijn powerpoint?!). Vervolgens moet ik mijn eigen indrukken reguleren. In een ‘gewone’ les al een hele klus, maar online veel ingrijpender: opeens zit ik in achttien woon/studeer/slaap/kinderkamers mee te kijken (‘hee, heb je die foto van de Grand Canyon zelf gemaakt?’, ‘gut, wat een leuke kat heb jij zeg’, ‘ah! je dochter!’). Dat is allemaal veel ingewikkelder, merk ik, dan met live contact, waar de ‘afleiding’ van deelnemers slechts van een telefoon, een meegenomen ontbijt/snack/lunch of een grappende collega komt. Maar het aller moeilijkste punt, is het goed aansluiten bij en afstemmen op mijn deelnemers. In shots van ongeveer 4 bij 3 centimeter zie ik er een aantal in beeld (mijn powerpointpresentatie ontneemt me de mogelijkheid iedereen te zien), hun schermpje licht op als ze praten (of hoesten). Vertraagd door de overbelaste wifi komen hun ‘boodschappen’ binnen, vooral wat er gezegd wordt. Dat is waar ik het van moet hebben. Om te polsen of mijn grapjes aankomen, om te begrijpen of de kern van mijn les overgekomen is, om te snappen waar zij zich bevinden. Wat er nog meer is, het o zo belangrijke gevoel, de gezichtsuitdrukkingen, de lichaamstaal, afwending, enthousiasme, het is allemaal niet waar te nemen. Zeker niet in een groep van meer dan tien personen. En ook wat een juiste respons van mij is, is een gok. Ik doe wat, gebaseerd op mijn programma en de kleine beetjes informatie die ik door krijg. Maar of het aankomt bij de deelnemers? Of ze het echt begrijpen en doordenken? En snappen wat de betekenis hiervan is voor hun werk? Wat het voor hun houding betekent? Ze zeggen van wel. Maar dat is niet genoeg, merk ik.
Dus toen ik aan een opleidingsgroep (zeventien man en vrouw sterk) een vraag stelde over de zojuist behandelde stof en alle microfoons uitbleven, werkelijk niemand reageerde, moest ik hard lachen maar had ik geen idee hoe ik daar gekomen was, of hoe ik daar weer weg moest. Hadden ze in de chat zonder mij iets besproken? Was dit de eerste online staking? Welk signaal had ik gemist? Watdeed ik niet goed? Ik had werkelijk geen idee. Na afloop van de les, natuurlijk evalueren we, werd er grif gebruik gemaakt van de digitale mogelijkheden. Duimpjes omhoog, applaus. We kregen aardigheid in al die nieuwe vondsten in het programma en het werd zowaar gezellig.
‘De ervaring leert dat bij online lessen de doelen sneller behaald worden en de lessen dus korter zijn’. Nou, mijn ervaring leert dat je misschien iets meer straight-forward je punt moet maken. Meer uitgekleed. Ontdaan van voorbeelden, details, bijzaken. Want uitweidingen zijn ook in filmpjes niet aan te horen, zo saai. Maar komt dat vorming en ontwikkeling ten goede? En behaal je hiermee ook de doelen sneller? Daar ben ik nog niet van overtuigd. Ik heb geen idee eigenlijk…
Vanaf deze week (week 16) organiseren we bij de Stichting Presentie open reflectiesessies. In groepjes van maximaal zes personen, die elkaar niet kennen, bieden we begeleide ruimte om stil te staan bij presentie in deze tijd, waarin zorgverleners en zorgontvangers zwaar onder druk staan, waarin aansluiten en afstemmen vanuit een nieuwe ‘fysieke’ afstand moet. In deze sessies willen we de ruimte bieden om stil te staan bij wat er in ons omgaat. Om met elkaar, op afstand, open te zijn over wat we meemaken en hoe presentie beoefenen lukt of niet. Vinden we in een korte sessie geduld en mogelijkheden om, met tussenkomst van beeldschermen, aan te sluiten en af te stemmen op elkaar? Ik zie ernaar uit!
Petra Schaftenaar, staf Stichting Presentie