Maria is een Antilliaanse vrouw van midden twintig. Ze heeft een dochtertje en woont nog bij haar moeder. Na een jeugd vol geweld, gaat ze intussen zelf haar moeder te lijf. Ze heeft een laag IQ, grote financiële problemen, moet eigenlijk uit huis maar kan niet alleen wonen; in periodes leidt Maria een zwervend bestaan. Ze heeft een taakstraf wegens het geweld, er is een voogd voor haar dochter en het RIAGG is betrokken vanwege de agressie. Na een periode in een woonopvang moet Maria weg maar een alternatief is er niet echt.
Het is een ‘typische’ multiprobleemsituatie. Het zijn de cliënten waarbij de behandeldoelen talloos kunnen zijn, evenals de instanties die daarachter schuil gaan. Financiën, onderdak, agressie, opvoeding; het komt allemaal in het plan ter onderbouwing van de Awbz-indicatie. Dan is het twee jaar later. Maria bleek moeizaam te motiveren, viel geregeld terug in haar agressieve gedrag, de woonsituatie blijft behelpen en de financiën zijn nog niet op orde. De doelen zijn lang niet allemaal gehaald. Het plan dat de hulpverleners voor haar hadden, ligt nog geduldig op papier te wachten.
En Maria is niet de enige. De rationeel geplande oplossingsgerichte interventies blijken vaak niet te passen bij deze cliënten. Ze gaan shoppen, kloppen aan bij nieuwe hulpverleners en loketten. Het gevolg is mismatch – zorg die methodisch goed is maar niet aansluit – en die veel geld kost. Om uit deze ‘zorgval’ te komen, stelt de presentiebenadering dat het realistischer is om zorg te zien als een kwestie van verstandig doormodderen. Hoe graag we problemen ook planmatig willen oplossen, de realiteit is meestal dat levens zich niet op die manier laten regelen. Dat betekent overigens niet dat er dan maar wat moet worden aangemodderd. De wetenschap van het doormodderen (‘muddling through’, Lindblom) biedt een theorie over waarom een rationeel planontwerp vaak niet lukt. En een alternatief voor een andere manier van werken die stapsgewijs, met almaar kijken en afwegen gebeurt.
De hulpverlening aan Maria krijgt zo een radicaal ander gezicht. Van ‘we hebben een plan voor haar’ gaan we naar ‘we blijven bij haar’. Dat is veel uithouden, reflectie en tussentijds bijstellen van het plan. En na twee jaar blijkt Maria bereid om een nieuwe begeleide opvang te bezoeken.
Of dat wat wordt, moeten we zien.
Zorg kan anders. Bijvoorbeeld door vragen te stellen bij de oplosbaarheid van veel problemen. Zo gaat dat in de presentie.